Afgelopen dinsdag keek ik niet naar
Jinek op RTL. Dat klinkt n beetje flauw omdat zoveel mensen dat doen,
maar het was nu echt overmacht. Ik was onderweg terug van m n
oudejaarsvoorstelling in Almelo, in theater Hof88 dat bij nader
onderzoek precies even lang bleek te bestaan als ik in mijn
persona van cabaretschuiver, en waar ik in die 32 jaar
precies nul keer had opgetreden. Waarbij ik wel kan toevoegen dat
de avond in kwestie een dusdanig unaniem belachelijk succes was dat
de kans dat ik er voortaan elk jaar speel behoorlijk groot is. Almelo
zit in mijn hart en vice versa. Maar goed, ook na zo
n avond - het applaus, de schaterende lach binnen de grenzen
van wat RIVM en GGD toestaan, de ovatie aan het eind, de champagne,
de drommen bij de artiestenuitgang - moet je gewoon weer naar huis.
En omdat we in een auto zonder kabel-tv rijden moest ik Jinek
volgen via het commentaar op twitter. Het opvallendste moment volgens
velen was dat Thierry Baudet, na zijn normale riedel over
de weg-met-ons-mentaliteit, de massa-immigratie en andere
bedreigingen van onze cultuur, een poging deed een soort voor-coalitie
te vormen met Lodewijk Asscher. En dat is, voor zover ik weet,
nog steeds de leider van de PvdA. Op sociaaleconomisch gebied
liggen beide politieke bewegingen behoorlijk dicht bij elkaar,
aldus de man die door Tommy Wieringa altijd het
stabiele genie wordt genoemd. En Wieringa lijkt me
geen man van de fictie. Asscher had deze poging tot
toenadering duidelijk niet verwacht. Ik denk ook dat de
kans op een direct ja! groter was geweest als Eric Gudde
van de KNVB was binnengelopen om Asscher te verzoeken per direct
bondscoach van Oranje te worden, danwel als Rene Froger en Jeroen
van de Boom hem live aan de Jinek-tafel hadden gevraagd Gerard
Joling te vervangen in de Toppers. Asscher en Baudet dichter bij
elkaar dan, zeg, allebei in de buurt van de interruptiemicrofoon
in de Tweede Kamer lijkt me een onmogelijke combinatie.
Ik zie nog eerder de vrouw van Pieter Omtzigt toetreden tot het
politieke kernteam van Hugo de Jonge, ik zie nog eerder AZ schitteren
in de Champions League, ik zie mezelf nog eerder in
de ring tegen Rico Verhoeven. Ik denk dat het, in de politiek,
in het leven ook, niet altijd om mening en argumenten
gaat. Om politieke standpunten. Om een sociaaleconomische
richting die je in wilt slaan. Ik denk dat het vooral gaat over hoe
je naar de wereld en je omgeving kijkt, hoe je jezelf ziet als
onderdeel van iets een gemeenschap, een samenleving, die wereld -,
hoe je verantwoordelijkheid neemt, ook als dat niet makkelijk is.
Het succes van populistische partijen is volgens mij dat ze
meer vijandsbeelden zien dan saamhorigheid, meer bedreiging
dan positieve ontwikkelingen, eerder de schuld ergens buiten
zichzelf leggen dan oprecht op zoek gaan naar die eigen betrokkenheid
en verantwoordelijkheid. En zaken waar ze geen betrokkenheid
en verantwoordelijkheid voor willen voelen - zeg de klimaatcrisis
- gewoon volledig ontkennen. Zoals Trump zei tegen bijkans
wanhopige wetenschappers in een brandend Californie: it will start
getting cooler, you just watch... Als populist kun je zeggen dat
je helemaal nooit racistische mensen spreekt eigenlijk,
en ondertussen een systeem dat grote ongelijkheid in
zich heeft in stand houden. Als populist kun je migratie en
vluchtelingenstromen als bedreiging zien zonder ook maar enige
aandacht aan oorzaken te besteden, kun je zelfs als het gaat over de
situatie die we afgelopen anderhalve week in Europa zien - of de
afgelopen jaren natuurlijk als je ook al oplette voordat de vlammen
uit Moria sloegen je menselijke gevoel uitzetten en blijven praten
over aanzuigende werking en het dreigende einde van onze cultuur.
Als je mensen niet als gelijkwaardig ziet en ook niets doet om die
gelijkwaardigheid te bevorderen, moet je niet raar opkijken als je
politieke beweging geen aansluiting krijgt bij andere partijen.
Nogmaals, omdat het niet gaat om de mening over dit of dat,
en ook niet over links of rechts. Het gaat over een keuze tussen
gelijkwaardigheid, inclusie, en een samenleving willen bouwen
waarvan iedereen onderdeel kan zijn, of juist een samenleving beloven
waar het recht van de sterkste, het recht van de grootste bek,
het recht van de witste man uiteindelijk altijd
is waar het om gaat. En wij, als deel van deze
samenleving, als kiezer ook, kunnen diezelfde keuze maken.
Elke dag weer, en een keer in de vier jaar natuurlijk.